info@rhodesianridgeback.nl
Geschiedenis Rhodesian Ridgeback

Geschiedenis Rhodesian Ridgeback

De geschiedenis van de Rhodesian Ridgeback

De Rhodesian Ridgeback, ook wel Pronkrug of Leeuwhond genoemd, is afkomstig uit Zuid-Afrika. Anders dan de naam doet vermoeden, komt hij dus niet uit het voormalige Rhodesië (nu Zimbabwe).



Europese en Afrikaanse honden

De geschiedenis van de Rhodesian Ridgeback gaat terug naar 1652, toen Jan van Riebeeck in opdracht van de Oost-Indische Compagnie, Zuid-Afrika bezocht. Hier ontmoette hij de Hottentotten en maakte kennis met hun vee, met name schapen en honden. De honden werden door blanken beschreven als scherpe honden met een vechtlustige aard. Ook waren ze klein en hadden ze rechte oren een pronk. Los van de pronk, waren er dus weinig overeenkomsten met de Ridgeback zoals we die nu kennen.

De Bantu’s (een volk uit Centraal- en Zuid-Afrika), hadden wel grotere en zwaardere honden dan de Hottentotten, maar zij hadden geen pronk. Wel was er natuurlijk al vermenging met al deze honden en dit werd alleen maar meer toen de Europeanen jachthonden meebrachten. Daarom is het vrijwel zeker dat de Europese honden van blanke kolonisten zich vermengd hebben met de Afrikaanse honden.

Bekijk ook eens de video hieronder:

 

De Leeuwhond

Er zijn dan ook een aantal getuigenissen uit de 19e eeuw die dit beamen. Er werd verteld dat de honden van de Hottentotten nu hangoren hadden en een stuk groter waren. Hier werd ook vermeld dat de honden mee gingen op de jacht tegen leeuwen, luipaarden, lynxen enzovoort. Ze moesten dus niet alleen een goede neus hebben maar ook een razendsnel reactievermogen. Daarnaast moesten ze hoog kunnen springen en lange afstanden kunnen rennen. Hier ontstond dus de selectie op kracht, moed en hittetolerantie, een snelle hond die niet bang was voor leeuwen. De naam ‘Leeuwhond’ is dan ook ontstaan door de bekwaamheid van de hond om leeuwen richting de jager te lokken.

In het midden van de 19e eeuw was het Cornelis van Rooyen die het voor elkaar kreeg om een hond te fokken die aan alle eisen voldeed. De selectie was dus puur gebaseerd op snelheid, wendbaarheid, spierkracht en uithoudingsvermogen. Het uiterlijk was dus amper van belang, waardoor er Ridgebacks in allerlei maten en gewichten ontstonden. Zij werden als groep ingezet om leeuwen op te sporen en deze een open veld in te lokken. Dit betekent dus ook dat veel honden hier sneuvelden.

Officiële erkenning

Pas in 1922 kreeg een zekere heer Barnes het idee om twintig eigenaren van Rhodesian Ridgebacks uit te nodigen. Hij wilde graag de honden vergelijken om zo een standaard samen te stellen van de ideale Rhodesian Ridgeback. Deze standaard werd gebaseerd op het Dalmatiër ras en bevatte richtlijnen voor het fokken van één type hond met een ridge. Ook werd toen de eerste Ridgeback club opgericht in Rhodesië, vandaar de naam van dit ras. De standaard werd in 1924 erkend door de Kennel Union of Southern Africa (KUSA). Vanaf dat moment was de Rhodesian Ridgeback een feit!

De Rhodesian Ridgeback naar Nederland

Het duurde vervolgens nog wel even voordat de eerste Ridgeback naar Nederland kwam. Dit was namelijk pas in 1946. Mevrouw M.E. Goedhart Bakker-Hofbauer importeerde toen twee Ridgebacks uit Ermelo, Zuid-Afrika. Vervolgens zijn met deze honden twee nesten gefokt en zo werd de hond ook bekend in Nederland.

X