info@rhodesianridgeback.nl
Afrikaanse Ridgeback

De afkomst van de rhodesian ridgeback ”Afrikaanse Ridgeback”

De Afrikaanse Ridgeback

Europese Kolonisten

ZimbabweDe Afrikaanse ridgeback, ook wel de ‘Rhodesian Ridgeback’, komt oorspronkelijk uit Zuidoost Afrika, in het onder koloniaal bestuurde land Rhodesië, wat nu Zimbabwe heet. Het hondenras is tot stand gekomen door een mengeling van Afrikaanse en Europeaanse invloeden. Toen de Nederlanders via hun handelsroute van de Kaapkolonie in zuidelijk Afrika aankwamen, kwamen zij voor het eerst in aanraking met de jachthonden van de Khoikhoi, een nomadische herders inheemse bevolking van Zuidwest-Afrika. De Nederlanders vonden de jachthond lelijk, maar uitermate geschikt als een waakhond. De Khoikhoi-mensen woonden op het Kaapse schiereiland en gebruikte de jachthonden voor de jacht op leeuwen en ander groot wild. Rond 1860 begonnen Europese kolonisten met het overbrengen van voornamelijk Europese hondenrassen en importeerde deze dieren in dit gebied, waaronder bijvoorbeeld jachthonden als de Duitse Doggen, bloedhonden, windhonden en terriërs. Het uiteindelijke originele rasstandaard werd opgesteld door F. R. Barnes, in Bulawayo, Zuid-Rhodesië (nu Zimbabwe) in 1922, die het ras de Rhodesian Ridgeback noemde. De standaard werd goedgekeurd door de Zuid-Afrikaanse Kennel Unie in 1927 en wordt op de dag van vandaag gehanteerd.

Benaming

Er zijn verschillende soorten benamingen voor de Rhodesian Ridgeback. De hond is ook wel bekend als de ‘Rhodesian Lion Dog’, de leeuwenhond van de Rhodesian, de Afrikaanse leeuwenhond, simba inja in Ndebele (Afrikaanse taal), of als shumba imbwa in Shona (Afrikaanse taal), vanwege zijn vermogen om een leeuw op afstand te houden in afwachting van de komst van zijn meester. Ook is de hond bekend als Pronkrug, vanwegen de strook haar (ook wel ridge) op de rug die tegen de haarrichting in groeit en reeds vanaf de geboorte aanwezig is. De ridge is een opmerkelijk patroon waardoor de Rhodesian eenvoudig te herkennen is.

Voorouders van de Afrikaanse ridgeback

De ridgebackheeft een uiterst interessant familieverleden. De voorouders van de Afrikaanse ridgeback zijn te herleiden tot verschillende combinaties van semi-gedomesticeerde, geribbelde jachthonden van de Khoikhoi en een aantal Europese, Arabische en Aziatische rassen. De belangrijkste invloeden kwamen van onder andere de Deense dog, de borzoi, de lurcher en de dalmatiër. Door de jaren heen werden verschillende rassen gecombineerd tot de uiteindelijke perfecte combinatie als standaard werd vastgesteld in Rhodesië in 1922.

De Deense Dog en de Boerenhond

Door genetische analyse is gebleken dat de Ridgeback en de Great Dane binnen dezelfde genetische groep vallen, wat een grote bijdrage van de Deen verklaard. De combinatie van de Deen en de Khoikhoi jachthonden resulteerde in de Boer-jachthonden, in het Nederlands en in de afstammelingstaal Afrikaans, werden namen gebruikt zoals Boerhund (Boerenhond). Rhodesië in die tijd was een jagersparadijs en dus was het logisch dat de Boerhonden daar opdoken. De honden werden voornamelijk geselecteerd op snelheid, wendbaarheid, spierkracht en uithoudingsvermogen. Deze eigenschappen waren nodig voor een optimaal jachtkwaliteit. De honden waren nodig om een leeuw of ander groot wild op afstand te kunnen houden. Honden die risico’s namen werden soms gedood door leeuwen, waardoor degenen die voorzichtiger waren overbleven om te fokken. Deze honden werden gebruikt om landbouwgrond vrij te maken van wilde varkens en bavianen, en waren zelfs in staat een baviaan zelfstandig te doden. De combinatie met de Deense dog, een van de grootste hondenrassen, geclassificeerd als reus, zorgde voor een zachter en vriendelijk karakter van de huidige Afrikaanse ridgeback.

Deense Dog
Deense Dog
Boerboel
Boerboel

Invloeden van de Windhond

Naast de Deense invloeden die voornamelijk uit Europa kwamen, werden er ook verschillende rassen uit andere werelddelen overgebracht. Een aantal rassen waren het gevolg van Arabische handelaren rond de Hoorn van Afrika en Aziatische immigranten in de Kaapkolonie. Zij introduceerde namelijk soorten als de Lurcher (een kruising tussen een windhond en een niet-windhond) en de Borzoi (een Russische wolfshond ook gelijkaardig in vorm aan een windhond en een lid van de windhond familie) die vanuit Brits-India door de Engelse en Ieren werden meegebracht. Deze honden staan bekend als een atletisch hondenras. De borzois en Lurchers zijn redelijk rustig en blaffen in zeldzame gevallen. Ze hebben geen sterke territoriale driften en zijn zeer gevoelige honden met een natuurlijk respect voor de mens. De ideale combinatie met de wat meer dominantie of agressie van de boerenjachthond. De rede voor de vriendelijke en gevoelige invloeden kwam mede doordat de interesse in de jacht afnam. Het wegdrijven van leeuwen was niet meer noodzakelijk en mensen zagen steeds minder het nut van de jacht in door moderne boerderijen en plantages. De ridgeback werd dus steeds meer in de richting van een betrouwbare familiehond gedreven.

Windhond
Windhond

Het standaard van de Dalmatiër

Het uiteindelijke originele rasstandaard voor de Afrikaanse ridgeback was voornamelijk gebaseerd op die van de combinatie met de Dalmatiër. De Dalmatiër had veel met de toenmalige ridgeback gemeen maar was wat meer bekend als een socialer karakter. De Dalmatiër honden werden gebruikt als oorlogshonden en bewaakten de grenzen van Dalmatië (Kroatië). De honden zijn alert en hebben een hoog bewakingsinstinct. Daarnaast staan de honden bekend dat ze vriendelijk en loyaal zijn aan diegene die de hond kent en vertrouwt. De loyale en vriendelijke kenmerken van de Dalmatiër waren een ideaal voorbeeld voor de wat agressievere ridgeback jachthond van toen.

Dalmatiër
Dalmatiër

In de loop van zo’n 200 jaar, zijn veelvuldige kruisingen van allerlei rassen van de Khoikhoi en ‘nieuwe’ rassen ontstaan en hebben tal van deze verschillend rassen dus bijgedragen aan de genetica van de Rhodesian Ridgeback voor het tijdperk van het gestandaardiseerde moderne ras. Buiten Afrika werd het eerste Rhodesian Ridgebacks ras in Groot-Brittannië getoond door mevrouw Edward Foljambe in 1928 en verspreide zich snel door de rest van de wereld door de jaren heen. In 1946 kwam de eerste Ridgeback naar Nederland, door de Mevrouw M.E. Goedhart Bakker-Hofbauer die de hond uit Zuid-Afrika importeerde. De hond is uitgegroeid tot een uitstekend sociaal ras met een rustig, vriendelijk temperament en is ideaal als gezelschapsdier. Tegenwoordig wordt de hond nog vaak gezien als jachthond en voor bewaking vanwege zijn verleden, echter heeft de Ridgeback een rustig en vriendelijk temperament en blaft hij zelden. De hond heeft nog steeds een goede bouw voor een jachthond. Hij is snel en wendbaar en beschikt over een uitstekende spierkracht. De ridgeback wordt ook gezien als geschikte familiehond gezien de hond eenvoudig te trainen is en bovengemiddeld goed luistert.

 

Laat een reactie achter

X